De Verenigde Staten versnellen de distributie van een revolutionair hiv-preventiemedicijn, lenacapavir, maar met een opmerkelijke uitsluiting: Zuid-Afrika, het land met de hoogste hiv-last ter wereld, zal geen door de VS gefinancierde doses ontvangen. Dit besluit, dat kadert in de mondiale gezondheidsstrategie ‘America First’ van de regering-Trump, roept vragen op over de geopolitieke invloed op de prioriteiten op het gebied van de volksgezondheid.
Het baanbrekende medicijn: lenacapavir
Tientallen jaren lang was de preventie van HIV sterk afhankelijk van dagelijkse orale PrEP (profylaxe vóór blootstelling). Hoewel effectief, blijft therapietrouw een aanzienlijke uitdaging, vooral in omgevingen met beperkte middelen. Lenacapavir biedt een duidelijk voordeel: als het slechts twee keer per jaar als injectie wordt toegediend, zijn er geen dagelijkse pillen meer nodig, wat het gemak vergroot en mogelijk het stigma vermindert.
Klinische onderzoeken hebben een opmerkelijke werkzaamheid aangetoond: 100% bescherming bij vrouwen en ongeveer 96% bij mannen, transgenders en niet-binaire individuen. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft het medicijn in juli goedgekeurd, na goedkeuring door de FDA in juni en goedkeuring door de EU in augustus.
Snelle implementatie, politiek bepaald
De snelheid waarmee lenacapavir wordt uitgerold is ongekend. Zendingen hebben Eswatini en Zambia al bereikt, waarbij de typische bureaucratische vertragingen zijn omzeild. Deze snelle inzet is nu echter verweven met het Amerikaanse buitenlandse beleid.
Nog maar enkele dagen geleden kondigde het ministerie van Buitenlandse Zaken aan dat door de VS gefinancierde lenacapavir niet aan Zuid-Afrika zal worden geleverd, ondanks de kritieke behoefte ervan. Dit besluit komt voort uit de escalerende spanningen tussen de regering-Trump en de Zuid-Afrikaanse president Cyril Ramaphosa. De VS hebben Zuid-Afrika beschuldigd van ‘blanke genocide’ en illegale landroof, wat heeft geleid tot diplomatieke botsingen en bezuinigingen op de hulp.
De rol van PEPFAR en veranderende prioriteiten
Sinds 2003 is het Emergency Plan for AIDS Relief (PEPFAR) van de Amerikaanse president een hoeksteen van de mondiale toegang tot hiv-behandelingen. De regering-Trump bevroor echter aanvankelijk de PEPFAR-financiering bij haar aantreden, voordat ze plannen aankondigde om het nieuw leven in te blazen met lenacapavir. De nieuwe strategie geeft prioriteit aan programma’s voor de gezondheid van moeders, met als doel de overdracht van HIV van moeder op kind te elimineren.
Critici beweren dat deze benadering eerder ideologisch gedreven dan wetenschappelijk verantwoord is. Hoewel het voorkomen van kinderinfecties van cruciaal belang is, valt de grootste last van nieuwe hiv-gevallen op jonge vrouwen, homo- en biseksuele mannen, sekswerkers en mensen die drugs gebruiken – groepen die mogelijk worden uitgesloten door de beperkte focus van de regering.
Licentiemodel en langetermijntoegang van Gilead
Gilead Sciences, de ontwikkelaar van het medicijn, heeft een ongebruikelijke stap gezet door generieke fabrikanten een licentie te verlenen om lenacapavir te produceren in 120 lage- en lagere-middeninkomenslanden. Dit zou de toegang kunnen versnellen en de kosten kunnen verlagen, maar landen met een hoger middeninkomen en een toenemend aantal infecties zullen worden uitgesloten van de goedkopere versies.
De langetermijneffecten van deze licentieovereenkomst blijven onzeker, maar vormen een afwijking van de traditionele farmaceutische praktijken.
Conclusie
Lenacapavir houdt een enorme belofte in voor de preventie van hiv, maar de uitrol ervan wordt ontsierd door politieke inmenging. Het Amerikaanse besluit om Zuid-Afrika uit te sluiten onderstreept hoe geopolitieke overwegingen de volksgezondheidsbehoeften kunnen overstijgen. Hoewel het potentieel van het medicijn onmiskenbaar is, hangt een eerlijke toegang af van het overwinnen van deze barrières.
