Een krachtige coalitie van prominente Japanse animatiestudio’s, onder leiding van de iconische Studio Ghibli, heeft OpenAI formeel verzocht om te stoppen met het gebruik van hun auteursrechtelijk beschermde kunstwerken in het trainingsproces voor zijn nieuwe AI-videogeneratietool, Sora 2. Dit escalerende conflict benadrukt de groeiende spanningen binnen de creatieve industrie rond de ethische en juridische implicaties van door AI aangedreven kunstgeneratie.

De Content Overseas Distribution Association (CODA), die de belangen vertegenwoordigt van talloze grote animatiebedrijven, waaronder Studio Ghibli en videogame-uitgever Square Enix (makers van de Final Fantasy -franchise), heeft een krachtig standpunt ingenomen tegen de praktijken van OpenAI. In een deze week vrijgegeven verklaring beweert CODA dat een aanzienlijk deel van de productie van Sora 2 aantoonbaar Japanse artistieke stijlen en beelden repliceert, wat sterk wijst op het ongeoorloofde gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal voor AI-training.

CODA stelt dat het repliceren van auteursrechtelijk beschermde werken tijdens machinaal leren, zelfs als dit onbedoeld is, een inbreuk op het auteursrecht vormt onder het strikte wettelijke kader van Japan. Hoewel OpenAI publiekelijk heeft verklaard dat Sora 2 gebruik maakt van een opt-out-systeem waarmee auteursrechthouders bezwaar kunnen maken tegen het gebruik van hun werk, beweert CODA dat deze aanpak er niet in slaagt de fundamentele kwestie aan te pakken van voorafgaande toestemming die vereist is voor auteursrechtelijk beschermd materiaalgebruik in Japan.

De vereniging heeft van OpenAI geëist dat het onmiddellijk actie onderneemt: het ongeautoriseerde gebruik van Japanse animatiekunstwerken stopzetten en een transparant proces opzetten voor het aanpakken van claims wegens inbreuk op het auteursrecht van de aangesloten bedrijven. Deze botsing weerspiegelt rechtstreeks de eerder geuite bedenkingen van Studio Ghibli over AI-kunst. Medeoprichter Hayao Miyazaki, een gerespecteerd figuur in de animatiewereld, heeft door AI gegenereerde kunst publiekelijk veroordeeld als een ‘belediging van het leven zelf’, waarmee hij de diepgaande filosofische en artistieke zorgen van prominente makers binnen de Japanse animatie-industrie onderstreept.

De situatie is van groot belang gezien de status van Studio Ghibli als een internationale schatkamer van geliefde animatiefilms, gekoppeld aan de dominante positie van Square Enix op de videogamemarkt. Dit geschil schept een precedent voor bredere gesprekken over de juridische en ethische grenzen rond door AI aangedreven creatieve tools, vooral in regio’s als Japan, waar auteursrechtbescherming van het grootste belang is.